domenica 17 aprile 2016

Klein inzicht over verschillen NL - CH gezondheid en leven

Via mijn Friese contact Rimke de Groot, bereikte mij de mogelijkheid een artikel te schrijven over verschillen op het gebied van gezondheid tussen Nederland en Zwitserland. Ik hoop dat het ook gepubliceerd zal worden. Dit argument is mij op het lijf geschreven.

For who cannot read Dutch. Soon I will translate the article.

“Ik woon in Ticino.” “Oh, je woont in Italië!” “Nee, ik woon niet in Italië! Ik woon in het Italiaanstalige deel van Zwitserland.” ”In Zwitserland spreken ze Duits.” “Nee, in Zwitserland worden vier talen gesproken: Retroromaans, Italiaans, Frans en Duits. Nou ja, Duits, een soort van raar dialect.” Toen ik in het Duitstalige deel van Zwitserland woonde, na drie maanden begon ik het enigzins te begrijpen en dat terwijl ik tweetalige(Nederlands en Duits) opgevoed ben. Na wat maanden in Thurgau, ben ik afgezakt, zuidelijk van de Alpen om daar te gaan werken, mijn grote liefde te vinden, twee zonen te krijgen, mijn eigen fysiotherapiepraktijk op te zetten, en te leven en genieten als Dutchwomanabroad. (zie mijn blog www.dutchwomanabroad.blogspot.com). Voor ik in Zwitserland terecht kwam, heb ik een jaar in Italië gewoont en gewerkt. In Thurgau mistte ik het leven op z’n Italiaans en toen kwam er een nieuwe kans op mijn pad, Ticino. Gezien en nooit meer weg willen was het resultaat. Nou ja, nooit meer, heimwee genoeg gehad in deze 23 jaar.  Maar na het overlijden van mijn ouders, ik ben enig kind, is de heimwee een stuk gezakt. Mijn lieve hubbydear, mijn zoons van 20 en 18,5 zijn alles wat ik heb en nodig heb. Zo ongeveer dan. Nou ja, in het leven is er wel meer dan Ticino, maar het is hier wel erg fijn. Raar hoor, Nederlanders op vakantie stoppen bijna nooit hier,. Ze rijden altijd door naar onze Zuiderburen. (Vanwege de prijzen wordt er gezegd.  Ik vind zelf dat Italië niet altijd goedkoop is). Terwijl het hier zo mooi is. Veel zon, weinig regen. Zwemmen, springen, duiken in de rivieren en het Lago Maggiore, skiën in de winter, wandelen in de bergen tot je een ons weegt. Met een Deense vriendin hebben we er het eens over gehad. Hier hebben we alles wat ons hartje begeert. Wel aanpassen in het begin. Niet makkelijk om ergens in een gehucht te zitten waar er in komen, jaren kan duren. Mijn stap van de grote stad naar een klein dorp. Het dorp waarin ik woon heeft zo’n 700 inwoners, en na de fusie met de twee naastgelegen dorpen zijn we in totaal met ongeveer 2600. Een hele grote verandering voor een meisje uit Den Haag. En niet alleen voor mij. De dorpsbewoners kenden mij in het begin eigenlijk alleen maar als ‘l’Olandesina che va sempre in bici, anche sotto la pioggia col mantello impermeabile rosso’(het Nederlandse meisje dat altijd op de fiets gaat, ook als het regent gehuld in een rode regenmantel). Dat werd na wat jaar ‘la mamma Olandese che va sempre in giro in bici con un bambino davanti ed un bambino dietro.’  Ze vonden mij maar wat raar. En dan afentoe te kinderen naar het volgende dorp slepen in een bolderwagen, met matrasje en kussentjes, om boodschappen te doen. Voor mij lekker makkelijk. Er kon tijdens de rit door de twee jongens ook een tukje gedaan worden.  Hun grote vraag was: ‘Waarom doet dat mens nou zo raar als het allemaal ook zo makkelijk met de auto gaat?’ Veel mensen zouden hier ook graag naar de wc gaan met de auto. Maar ik zie ook in Nederland dat men steeds vaker de auto neemt voor klein stukjes. Bij mijn jongste viel het kwartje toen wij verhuisden van net buiten het dorp, en wij altijd lopen of op de fiets naar de kleuterschool gingen, naar het dorp zelf. Nu wilde hij ook graag met de auto gebracht worden net als alle andere kinderen. Nou die vier minuten hebben we altijd zonder de auto gedaan, ook met regen en sneeuw. Mensen bewegen hier toch wel wat minder dan in Nederland. Openbare vervoersmiddelen rijden hier niet zo regelmatig, dat wij vaak wel aangewezen zijn op de auto om ons te verplaatsen. Maar mensen zouden zich best wel een beetje meer kunnen verplaatsen een ecologische manier voor de kleinere stukjes. Fietsen naar het werk of de stad, over een vlakke weg, vinden ze niks want dan kom je ‘helemaal bezweet’ aan. Wij wonen op een prachtige plek, op een hoek tussen twee rivieren met als ruggesteun een mooi stel bergen. Buiten sporten is er niet zo bij(Ik zelf wel, elke dag). De mensen die ik dagelijks tegen kom tijdens het uitlaten van de hond of tijdens het hardlopen, zijn altijd dezelfden. Een stukje fietsen, hardlopen of een lekker wandeling is niet zo de trend. De sportscholen, die voor onze portemonnee heel betaalbaar zijn, hebben heel wat cliënten. Jammer genoeg stoppen de meesten vaak na een maand of drie. Dat zie ik ook in de fitnessruimte van mijn praktijk. Er zijn er maar weinig die dit zien als een levensstijl. Het is meer, zo als op veel plekken, de Nieuwjaars-opwelling. Maar zodra de paddestoelen zich melden, dan komt men in beweging, en hoe. Bergschoenen aan, of gewoon gympen, en dan uren struinen door berg en dal om hun geluk te beproeven. Een gezond en aangenaam tijdverdrijf. Dat wordt dan graag verwerkt in een lekker stoofpotje of in risotto. Het eten is hier echt Italiaans. Er zijn veel restaurants in deze toeristische omgeving, maar de plek bij uitstek om te eten is een grotto. Een grotto is van origine een opening tussen de rotsen waar men zijn eten koel hield. En deze plekken zijn door de jaren heen uitgegroeid tot plaatsen waar men iets ging nuttigen. Vleeswaren en kaas met een lekker glas wijn, polenta met spezzatino en risotto met funghi. Iets wat ik dus nooit zal eten hier, wat echt heel traditioneel en gezond is, is pesce in carpione, vis die wordt gebraden en dan in azijn wordt ingelegd en koud wordt gegeten. De mannen houden zich op dit soort plaatsen ook heel erg bezig met hun gezondheid. Rode wijn is toch gezond? De mannekes met een lekkere bolle buik, daar hebben wij er veel van. Het is altijd weer geweldig te zien hoe mannen de berg op lopen en dan van het uitzicht genieten met een lekker stukje salami, brood en een flesje bier. Dat hebben ze toch wel verdient? Tja. Voor de vele jagers, die uren en dagen op zoek zijn naar wild, is zo’n versnappering zeker terecht. Vrouwen jagen ook. Maar dan op mooie dingetjes. Een mooi tasje, mooie schoenen, als het maar glimt en blinkt. Uiterlijk staat best hoog op de lijst. Het bezoek aan de kapper is vaak wekelijks, vaak om alleen maar te wassen en te föhnen. Wimperextensions en nepnagels, wie heeft ze niet. Wat betreft de lijn doen de vrouwen hier niet moeilijk. Ze sporten vaak niet of nauwelijks, maar buiten de maaltijden eten is gewoon ’not done’. Ontbijten doen ze niet als ik met yoghurt of een boterham. Een kop sterke zwarte koffie en daar teren ze dan een halve of zelfs een hele dag op. Met de lunch moet er bij mij zeker iets in. Dat kan een broodmaaltijd zijn of een warme maaltijd, afhankelijk wie er thuis komt eten. Als ik alleen ben, is het meestal een broodje, soep, yoghurt of koffie verkeerd achter de computer omdat ik naast mijn werk als fysiotherapeut nog andere bezigheden heb(www.zoversinnederland.com o.a.), en al mijn vrije momenten moet benutten. Terug naar de slanke dames. Over Nederlanders wordt in de hele wereld toch altijd gelachen? De deksel gaat weer op de koekjesdoos als je er eentje gepakt hebt. Nou hier bestaan koekjesdozen niet eens! Laat staan knabbels bij de borrel of na het eten iets uit een zak of pak voor de televisie. Men eet tijdens de maaltijden, punt uit. Over straat met een lekkere worst, een broodje garnalen of een zak patat zul je hier niet zien. Snackbars, wat zijn dat? Maar ja, dat houdt de dames wel lekker slank, en het sporten dat heb je dan niet nodig. Alcohol is alleen voor mannen en buitenlandse vrouwen, zoals ik en wat andere Noorderlingen in mijn vriendinnenclan. Van alcohol worden de Ticinese vrouwen ‘meteen raar’, een alom gehoorde zin. Mannen doen hier veel aan ‘barhangen’ in ons kneuterplekje. Het liefst drie keer per dag. Koffie buiten de deur als ontbijt, een snelle borrel voor de lunch en na het werk langdurige public relation sessies met rondjes rood, wit of blond. Dan zit vrouwlief te wachten met het eten. En dat is geen probleem. Lekkere ovenschotels van pasta met veel kaas en weinig groenten worden er alleen maar lekkerder op als ze lang in de oven staan. Een bord pasta met zelfgemaakte saus is ook snel klaar als die man binnenkomt en zich bedenkt dat hij toch nog wel iets wil eten. Eters bij ons thuis staan vaak raar te kijken van mijn gezonde lievelingscombinaties die ik op tafel zet: gekookte groenten “Gaat daar geen olie, boter, kaas en slagroom overheen, en dan nog even een half uur in de oven?”, gekookte aardappelen “Getver, is er geen Bechamelsaus?” en een lekkere gehaktbal met jus. Ieder zijn ding. Ik ben niet zo van de pasta. Toch op de verkeerde plek geland. Hubbydear kookt heel traditioneel Italiaans en ook graag iets Indisch. In deze regio staat hoog in het vaandel, zeker bij ons thuis, het koken-koken en niet het openen van blikjes, zakjes en kruidenmixes, zoals mij lijkt dat het in Nederland veel gebeurd afgaande op de televisiereclames en het assortiment in de gemiddelde Nederlandse supermarkt. In ons huishouden zelfgemaakte pizza elke zondag. Zelfs de tomatensaus maak ik zelf in, kilo gewijs aan het einde van de zomer. Dan weet je wat je eet tenminste. Hubbydear is hoofdzakelijk de kok(opvallend voor een Italo-Zwitser), en slooft zich op zondag 200 % uit om er iets lekkers van te maken, zoals hij met alles doet. Ieder kiest wat hij of zij op de pizza wil en dat komt dan ook uit de oven. Net als in een echte pizzeria. Een van de weinige dingen die uit een zak komt, is de kaasfondue. Kaasfondue mijn guilty pleasure, en niet alleen in de winter. Maar we nemen niet elke zak uit de supermarkt. Wij hebben onze adresjes in Oost-Zwitserland en in Vallese. Internetbestelling bij een kaasboer en je hebt het beste op tafel. Er zijn hier nog veel ‘traditionele’, en vaak bio, boeren. De koeien, geiten en schapen gaan in het late voorjaar de alp op voor een maand of 5-6. Een schitterende belevenis als de dieren, met bellen om, hun trektocht maken. Hubbydear heeft nog een huis in een dorp op 1200 meter, en de boer daar levert ons vlees en kaasjes van zijn dieren. En geeft dan nog wat tips over gezondheid die hij weer van zijn moeder en grootmoeder geleerd heeft. Van hooibloemwikkels tot kruidenmengsel tegen van alles en nog wat. Kruiden die hij zelf zoekt in de nabije omgeving. Als Nederlandse fysiotherapeute was het in het begin wel raar, een wereld waar de fysiotherapie ook warme modderpakkingen en hooibloemwikkels omvat. In de fysiotherapie liep Zwitserland zeker jaren achter, maar wat betreft alternatieve geneeswijzen geenszins. Met name de Duitstalige landen zijn traditioneel gezien veel meer van de oude natuurlijke wijzen van genezen. Maar ook Ticino heeft zijn eigen remedies tegen alles en nog wat omdat de meeste mensen nog sterk verbonden zijn met de plek waar ze wonen, dicht bij de natuur. Natuurlijk doen de Zwitserse farmaceutische bedrijven goede zaken in hun eigen land, maar veel gezinnen, zoals wij, doen dingen op een andere wijze als het gaat. Terug gaan naar Nederland is op dit moment voor mij geen optie. Ik ga er graag naar toe op vakantie, en voor mijn werk met mijn gezondheidsproducten. Maar mijn hart ligt nu toch wel in Ticino.

Hartelijke groeten uit het mooiste plekje ter wereld, 

Laurien

www.zoversinnederland.com
www.dutchwomanabroad.blogspot.com